030 810 05 00

Of stuur ons een e-mail

Menu

Breinleren: lessen met impact

We willen allemaal dat onze les impact heeft. Als NSPOH zijn we fan van breinleren. Waar het om gaat bij het breinleren is: hoe kun jij als docent eraan bijdragen dat er sterkere en uitgebreide neurale netwerken in het brein worden aangemaakt? Want hoe sterker het netwerk, des te groter de kans dat het geleerde ook blijft hangen. We zetten de belangrijkste breinprincipes op een rij. Hoe meer breinprincipes jouw les bevat, hoe meer impact!

Focus

Ons werkgeheugen is beperkt. Zorg dus voor focus. Denk goed na over je verhaal: je kunt niet compleet zijn. Wat we onthouden is het resultaat van waar we over nadenken.

Tips voor jouw onderwijs

  • Maak leerdoelen concreet voor deelnemers. Maak inzichtelijk wat het onderwijs kan opleveren.
  • Stel de juiste vragen.
  • Houd je powerpoint korter dan kort en dus krachtig.
  • Focus is niet alleen richting geven aan deelnemers, maar ook context geven. Geef dus realistische voorbeelden in je onderwijs.

Herhaal

Herhaling zorgt voor sterke verbindingen in je brein. Je onthoudt iets langer als je regelmatig blijft oefenen. Belangrijk is wel om te pauzeren en het oefenen te spreiden.

Tips voor jouw onderwijs

  • Kom terug op het geleerde (de voorbereidingsopdracht).
  • Herhaal niet wat de deelnemers al gelezen hebben, vat de voorbereide stof hooguit samen.
  • Pas de stof liever toe in een opdracht (herhaling op een ander niveau).
  • Maak de cirkel rond en sluit af met een take home message.
  • Laat deelnemers regelmatig een korte pauze nemen en laat ze dan wat anders doen om cognitieve overbelasting te voorkomen.

Voortbouwen

Je leert beter als je een koppeling kunt maken met kennis of associaties die je al hebt. Bouw voort op wat mensen al weten. Help zo nieuwe dingen beter te structureren en te onthouden.

Tips voor jouw onderwijs

  • Geef voorbereidingsopdrachten en kom daar dan tijdens je les op terug.
  • Geef bij jouw les een ‘kapstok’ mee aan het begin. Bijvoorbeeld een samenvatting, metafoor of mindmap.
  • Stel vragen om relevante voorkennis te activeren.
  • Maak gebruik van herkenbare casuïstiek.

Emotie

Veel plezier (dopamine) en een klein beetje spanning (adrenaline) zorgen voor aandacht, nieuwsgierigheid en leerzin. Stimuleer deze emoties in je onderwijs.

Tips voor jouw onderwijs

  • Gebruik verschillende werkvormen.
  • Daag deelnemers uit door in de zone van naaste ontwikkeling te werken (net iets verder dan deelnemers al weten of kunnen, maar niet te ver).
  • Have some fun!

Creatie

We kunnen natuurlijk wel een poosje luisteren, maar niet te lang. Wissel overdracht af met creatie. Zorg voor interactie, laat mensen zelf aan de slag gaan en diep nadenken.

Tips voor jouw onderwijs

  • Gebruik verschillende werkvormen.
  • Zet opdrachten in, laat de deelnemers aan de slag gaan.
  • Werk niet altijd plenair maar ook in subgroepen of tweetallen.
  • Leg vragen ook terug in de groep ‘waarom is deze vraag van belang voor jou?’

Zintuiglijk rijk

Ervaringen die zintuiglijk rijk zijn, zijn intenser en worden daardoor beter onthouden. Maak er een beleving van.

Tips voor jouw onderwijs

  • Laat mensen zien, voelen, horen, ruiken, proeven en vooral…. Bewegen!
  • Kom ook zelf in beweging, blijf niet achter je laptop of bureau zitten.
  • Gebruik veel beelden en visualisaties.

Meer weten over breinleren?

Doe dan de e-learning:Slim lesgeven met het brein:  (hiervoor moet je ingelogd zijn in MijnNSPOH).
Of lees ‘Breindidactiek’ van Gerjanne Dirksen (2016).

Terug naar “Docentenhandleiding”