030 810 05 00

Of stuur ons een e-mail

Menu

Civiel militaire samenwerking: waar defensie en publieke gezondheid samenkomen

Datum: 29 sep '22

‘Defensie bereidt zich voor op hulpverlening in strijd tegen corona’ kopte de krant begin 2020. Tijdens de coronacrisis is defensie regelmatig ingeschakeld om te ondersteunen in gezondheidszorginstellingen. Hoe verloopt zo’n samenwerking eigenlijk? En wat kunnen we ervan leren? Jacobine Janse, MD Stafofficier Militaire Gezondheidszorg, doet promotieonderzoek naar civiel militaire samenwerking tijdens de uitbraak van ziekte. Adriaan Hopperus Buma is opleider/adviseur bij de NSPOH en maakt deel uit van het onderzoeksteam. We spraken met Jacobine en Adriaan over het spanningsveld van civiel militaire samenwerking en de eenzame strijd van het schrijven van een proefschrift bij defensie.

Geschreven door Lie Kietselaer

(Zie kaders onderaan de pagina voor extra achtergrondinformatie over Jacobine en Adriaan.)

Daar waren ze ineens. Militairen in gezondheidszorginstellingen tijdens de coronacrisis. Waar kwamen ze vandaan?

Jacobine: “Op zo’n moment laten ze iets anders uit hun handen vallen. Met crisis is dat oké natuurlijk. Maar het is niet dat ze zitten te wachten op een kazerne tot dat de telefoon gaat. Want dat beeld bestaat nog wel eens.”

Adriaan: “Of dat ze alleen ter ondersteuning in geval van calamiteit worden ingezet. Defensie heeft meer taken. Zeker nu met de Oekraïne kan het zijn dat er troepen nodig zijn om richting de oostgrens van de NAVO op te schuiven. Zij zijn niet meer beschikbaar voor ondersteuning tijdens calamiteit. Naast ondersteuning bij rampen en crisis, heeft defensie als taken het beschermen van eigen grondgebied en bevorderen van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit.
Wat defensie doet op dagelijkse basis neemt de samenleving nauwelijks waar. Een antipiraterijmissie op zee ziet niemand, terwijl het heel nuttig werk is. Dat betekent dat er niet meteen capaciteit beschikbaar als het Ministerie van Volksgezondheid en Sport op een knop drukt. Dat vergt heel veel coördinatie en dan zit je weer midden in de publieke gezondheid. Hoe ga je om met schaarse middelen?”

Emergency Management Cycle

Jacobine: “Wat je vaak op tv ziet, is de responsfase van de Emergency Management Cycle. Maar Emergency Management, en in ons geval Outbreak Management, is veel meer dan dat. Het begint al bij de eerste fase, namelijk preventie, het inzetten van risicobeperkende maatregelen. Dit kan bijvoorbeeld door een vaccinatiecampagne op te zetten.
Ondanks preventieve maatregelen is een uitbraak niet altijd te voorkomen, hier moet je je op voorbereiden: de voorbereidingsfase. Activiteiten, programma’s en systemen voorafgaand aan een noodsituatie. Dit om voorbereid te zijn op ondersteuning tijdens een calamiteit en om de ramp te beperken. Dit doe je bijvoorbeeld door draaiboeken klaar te hebben liggen op basis van verschillende scenario’s.
Vervolgens kost het tijd om de plannen uit de voorbereidingsfase concreet uit te voeren wanneer een calamiteit zich daadwerkelijk voordoet, dit noemen we de gereedheidsfase. Het kost nu eenmaal tijd om een noodhospitaal te bouwen.
Dan pas breekt de responsfase aan. De activiteiten en programma’s uit de voorbereidingsfase worden ingezet om de ramp te bestrijden. Je ziet op televisie militairen helpen in een overvol ziekenhuis. Dan de fase van herstel. Langdurige activiteiten en programma’s na de eerste crisisperiode om alle systemen terug te brengen naar hun normale toestand of te herstellen naar een nieuwe, minder kwetsbare toestand. Na de noodsituatie worden plannen bijgewerkt en corrigerende maatregelen geïmplementeerd. Dan is de cirkel rond.”

De overeenkomst tussen oorlogstaal en infectieziektetaal

Jacobine: “Mijn promotieonderzoek gaat over hoe de civiel militaire samenwerking verloopt tijdens de uitbraak van ziekte in alle fases en breder dan covid-19. Waar begin je, wat is er al bekend en waar voeg je nog iets toe? Ik begon met literatuuronderzoek en realiseerde me dat het heel erg versnipperd is. Naast medische infectieziekte en Outbreak Management gaat het ook over sociale wetenschappen en organisatie. Wat zijn de thema’s als het gaat om civiel militaire samenwerking? Zijn er overlappende thema’s en activiteiten in verschillende fases van de Emergency Management Cycle?
Ik kwam erachter dat oorlogstaal en infectieziektetaal heel erg overeenkomen. Als ik zocht op military en outbreak kreeg ik ook war outbreaks. Maar als ik outbreak eruit haalde, dan kreeg ik geen resultaten meer voor infection disease outbreak. Ik heb me echt verkeken hoeveel tijd een goede zoekstrategie kost. Uiteindelijk bleven er 54 van de 8360 papers over.”

Vijf thema’s

Jacobine: “In de 54 papers komt naar voren dat er in alle fases van de Emergency Management Cycle wordt samengewerkt. Al sinds mensenheugenis zijn infectieziekte een bedreiging voor militairen en militaire inzet. Defensie heeft er veel baat bij om in preventie te investeren, zeker de Amerikanen zijn daar goed in. Die doen heel veel onderzoeksprogramma’s naar HIV, malaria, Dengue en daar is al sprake van civiel militaire samenwerking. Behalve in de herstelfase, misschien wordt dat wel gedaan, maar er is heel weinig literatuur over.
Verder komen er vijf thema’s uit. Het eerste thema is relaties, zorg dat je elkaar aan de voorkant al kent, ook als je nog niet zoveel kan betekenen. Het tweede thema zijn de randvoorwaarden, zoals juridisch en financieel. Is er geld, wat heb je nodig en is dat beschikbaar. Het derde thema is integratie van je activiteit. Defensie is heel erg gesloten, als iedereen omvalt moet defensie door. Dat maakt defensie zelfstandig en onafhankelijk en die moeten dan gaan samenwerken op een systeem waar ze niet op aangesloten zijn. Dus je moet investeren in die aansluiting. Het vierde thema is governance. Wie is verantwoordelijk voor wat en welke taken horen daarbij? Het laatste thema is het civiel militaire verschil. Iedere organisatie brengt hun eigen cultuur mee en dat geldt ook voor defensie.”

Cultuurverschil defensie en gezondheidszorginstellingen

Jacobine: “Tijdens Ebola in West-Afrika zijn uit zeker zes landen militairen ingezet en daar zijn rapporten over geschreven. In chaos zorgt defensie voor structuur. De manier waarop is vrij directief. Veel ngo’s zijn gewend aan consensus en overleg. Zij hebben dan het gevoel dat de militairen het ‘komen overnemen’ en de militairen denken op hun beurt, maar dat is toch de bedoeling?
Een van de bevindingen die ik zelf belangrijk vind, is dat we veel niet weten. Het effect wordt nauwelijks geëvalueerd.  We bellen defensie, er komen militairen en daarna gaat iedereen weer weg. Wat je ervan leert en waar je écht effectief in bent, is nog een soort leemte. Daar mag meer onderzoek naar komen.

Adriaan: “Dat is ook wel verklaarbaar, hè? Defensie is een echte doe organisatie. Je wordt erbij gehaald, het systeem treedt in werking, dan is het weer voorbij en ga je verder met de volgende klus of de oorspronkelijke taken. Niet alleen bij defensie. Ook het Ministerie van VWS en gezondheidsorganisaties bedanken de militairen en gaan weer verder met de orde van de dag, namelijk patiëntenzorg.”

Onderzoeksteam samenstellen

Adriaan: “Jacobine liep hier tijdens haar werk bij defensie tegenop. Dan ga je je erin verdiepen. Via connecties bij de medische vervolgopleiding Maatschappij + Gezondheid van de NSPOH en Aura Timen, destijds van het RIVM en promotor voor dit onderzoek, kwam ze uiteindelijk bij mij terecht. De Koninklijke Militaire Academie heeft ook een aantal wetenschappers die hier mee bezig zijn en zodoende stel je een team samen.
Ik was er voornamelijk een sparringpartner. We lazen de artikelen onafhankelijk van elkaar en daarna bespraken we of we de artikelen op de hetzelfde manier interpreteerden. Verder dacht ik mee met de onderzoeksvraag en het type onderzoek.
Wat het voor mij extra leuk maakt, is dat ik de eenzame strijd herken die je binnen defensie voert. Een proefschrift schrijven in een organisatie die niet primair wetenschappelijk georiënteerd is, is heel anders dan in bijvoorbeeld een academisch ziekenhuis. Als arts stap je daar vaak in een rijdende onderzoekstrein. Bij defensie moet je veel meer dingen zelf doen. Daar zit de uitdaging. En de leermomenten.”

Jacobine: “Ik heb iemand nodig die vanuit een medisch militaire scope mee kan kijken, want mijn team is medisch en sociaal wetenschappelijk onderlegd. Adriaan knoopt militair medisch en civiel militair aan elkaar. Want het zijn echt twee verschillende onderzoeksgebieden.”

Adriaan: “Artsen M+G moeten van nature een beetje een duizendpoot zijn. Ook bij defensie streefde ik altijd naar civiel militaire samenwerking. Een extra motivatie om aan dit onderzoek mee te doen.”

Wetenschappelijke nek uitsteken

Jacobine: “Ik vind het ook erg leuk dat ik weet waar mijn collega’s in andere landen mee bezig zijn. Er zijn anderen die hier ook onderzoek naar doen en hierover publiceren. Dat heeft mijn kennis en horizon verbreed. Ook wat er voor mijn tijd geschreven is. En Adriaan kent die mensen ook allemaal en geeft context aan het artikel omdat hij precies weet waar die mensen op dat moment waren en wat er gebeurde.
Het is een mooie manier om je kennis en netwerk te vergroten. Er wordt wel eens gezegd dat de wetenschappelijke wereld heel gesloten is. Maar ik heb dat zelf niet zo ervaren. Collega’s zijn juist heel erg behulpzaam. Het is ook nog een klein onontgonnen gebied. Misschien dat we daarom zo open staan voor samenwerking.”

Adriaan: “De militaire organisatie gaat in principe uit van een groepsprestatie. Een schip of eenheid gaat op pad. Het zit in de cultuur ingebakken dat het team vooropstelt als je lang weg bent. Dat is een duidelijk verschil met de civiele sector. Als dokter of specialist gaat het veel meer over je professionele individuele houding.
Ik heb mijn proefschriftperiode hetzelfde ervaren als Jacobine. De openheid was opvallend groot. Je hebt hetzelfde doel voor ogen. Naast het schrijven van het proefschrift, is ook de internationale samenwerking heel waardevol geweest. En nog steeds eigenlijk. Als je je wetenschappelijke nek uitsteekt, dan gaan er vanzelf radertjes draaien.”

Jacobine: “De kennis die ik vergaar, deel ik ook weer met de twee aios die ik opleid. We moeten in de militaire gezondheidszorg een professionaliseringsslag maken. Een onderdeel daarvan is wetenschappelijk onderzoek. Als ik daar een bijdrage aan kan leveren, wil ik mij daar de komende jaren nog wel mee bezig houden.”

Kaders

Jacobine Janse

In 2007 is Jacobine Janse na haar opleiding geneeskunde naar de luchtmacht gegaan en werkte daar als algemeen militair arts en vliegerarts. Ze werd uitgezonden naar Afghanistan en naar een varende missie voor de kust van Oost-Afrika. Ze vindt een zelfstandige militaire gezondheidszorgorganisatie mooi, maar ook kwetsbaar als het over kwaliteit van zorg gaat.  Daarom startte zij in 2012 met de opleiding arts Maatschappij + Gezondheid bij de NSPOH, met beleid en advies en infectieziektebestrijding in haar vrije ruimte. In 2014 ruilde ze de spreekkamer in voor een staffunctie. Eerst voor de luchtmacht en toen voor de Defensie Gezondheidszorgorganisatie (DGO). Ze hield zich vooral bezig met de operationele militaire gezondheidszorg, de medische zorg in het veld. In 2017 rondde zij haar opleiding arts M+G af. In 2020 startte ze met haar promotieonderzoek.

Adriaan Hopperus Buma

Adriaan Hopperus Buma ging in 1982 bij defensie werken o.a. als hoofd geneeskundige opleidingen. Daarna werkte hij vier jaar bij de NAVO als Medical Planner. In die periode begon hij ook de opleiding algemene gezondheidszorg, nu arts Maatschappij + Gezondheid, en werd uitgezonden naar Ivoorkust met een Amerikaans veldhospitaal, was Chief Medical Officer na Hurricane Louis op Sint-Maarten en was hij als medische dokter nauw betrokken bij de vluchtelingenopvang in Albanië tijdens de Kosovo oorlog namens de NAVO. Hij schreef zijn proefschrift over de mariniers uitzending in Cambodja voor de VN. Ook was hij één van de medeoprichters van het DMCC-diploma in de rampengeneeskunde. In 2012 ging hij met functioneel leeftijdsontslag bij defensie. Daarna is hij gevraagd door de NSPOH te assisteren bij het opzetten van opleidingen voor defensie.

Meer weten?

Jacobine Janse, Jori Pascal Kalkman, George Louis Burchell, Adriaan Pieter Cornelis Christiaan Hopperus Buma, Teun Zuiderent-Jerak, Myriame Thérèse Isabella Beatrice Bollen, Aura Timen.
Civil–military cooperation in the management of infectious disease outbreaks: a scoping review.

Meer gepubliceerde onderzoeken bekijken? Klik op Publicaties wetenschappelijk onderzoek NSPOH opleidingen.