Innovatieve AI-toepassing helpt jeugdarts bij opsporen heupdysplasie
Jeugdartsen kunnen voortaan beter heupdysplasie bij baby’s opsporen met behulp van kunstmatige intelligentie. Een bestaand handmatig echoapparaat is daarbij gekoppeld aan een app op de telefoon. De verbeterde screening kan op het consultatiebureau plaatsvinden, waardoor een verwijzing naar het ziekenhuis niet altijd meer nodig is. Dat maakt het proces efficiënter en bespaart onnodige zorgkosten. Maartje Verhoeven onderzocht deze werkwijze tijdens haar tweede fase-opleiding tot arts Maatschappij + Gezondheid bij NSPOH.

De AI-toepassing werd ontwikkeld door onderzoekers van het Radboudumc. Verhoeven bracht die vervolgens naar de praktijk, waar ze ontdekte dat meer dan de helft van de baby’s (56%) nu onnodig wordt doorverwezen. Dit zag ze doordat ze in haar onderzoek de resultaten van screening met deze technologie naast de huidige aanpak legde. “Met deze techniek kunnen we betere zorg leveren, efficiënter werken en kosten besparen”, zegt ze.
Nieuwe werkwijze
In de huidige aanpak beoordelen jeugdartsen op basis van risicofactoren en lichamelijk onderzoek of er aanwijzingen zijn voor heupdysplasie: een aandoening waarbij de heupkom onvoldoende is ontwikkeld. Vroege opsporing is belangrijk, omdat behandeling dan nog relatief eenvoudig is. Bij risicofactoren of klinische tekenen van heupdysplasie volgt een verwijzing naar het ziekenhuis. Daar wordt dan een echo gemaakt en daar zijn meerdere zorgprofessionals bij betrokken. In de werkwijze van het onderzoek maken jeugdartsen tijdens een regulier consult zelf een echo.
Ouders hoeven minder vaak naar het ziekenhuis, wat stress scheelt én kosten voorkomt.
De AI ondersteunt de jeugdarts bij het maken van een echo én analyseert direct of er sprake is van een afwijking. Ouders hoeven daardoor minder vaak naar het ziekenhuis, wat stress scheelt én kosten voorkomt. “Het kind is al op het consult bij de jeugdarts, dus dat werkt veel efficiënter.” Wel is er een investering nodig, omdat de echoapparaten en de applicatie moeten worden aangeschaft. “Maar onder aan de streep bespaar je wel degelijk”, laat Verhoeven weten.
Innovatie verder brengen
De gebruikte AI-techniek is momenteel in afwachting van een CE-certificering, een noodzakelijke stap om de toepassing te mogen gebruiken in de zorg. Ondertussen wordt de applicatie doorontwikkeld en verder onderzocht. Zo wordt bij JGZ Kennemerland gekeken of het zinvol is om bij álle kinderen een echo op het consultatiebureau te maken. Deze vorm van screening kan ervoor zorgen dat er méér kinderen met heupdysplasie opgespoord worden.
Verhoeven is intussen actief betrokken bij de verdere ontwikkeling. “Ik vind innovatie belangrijk, en als je zulke veelbelovende resultaten hebt, dan wil je die ook terugzien in de praktijk.” Onderzoek moet volgens haar niet in een la verdwijnen, maar echt bijdragen aan betere zorg.
Meer weten
Aios bij NSPOH doen praktijkgericht onderzoek, net als Maartje Verhoeven. Benieuwd naar andere onderzoeken? Bekijk ze hier.
Het laatste nieuws

