Ga naar de inhoud

JGZ en het indiceren voor VVE

Over dit artikel

Een beschrijvend retrospectief dossieronderzoek

Uit internationaal onderzoek blijkt, dat het bezoeken van een voorschoolse voorziening, bijvoorbeeld kinderdagverblijf of peuterspeelzaal, een positief effect heeft op de taal-spraakontwikkeling, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen. Kinderen die een voorschoolse voorziening bezoeken, hebben minder vaak een ontwikkelingsachterstand op een of meer van deze gebieden dan kinderen die geen voorschoolse voorziening bezoeken.

Samenvatting

Achtergrond
Voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand of dreigende ontwikkelingsachterstand is er in Nederland voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE heeft als doel te zorgen voor een goede start op de basisschool met zo min mogelijk achterstand in ontwikkeling. Een taak van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) is het vroegtijdig signaleren van problemen bij kinderen. Daarom indiceert de JGZ voor VVE. Gezien de VVE ingezet kan worden vanaf 2,5 jaar is het streven om kinderen voor die tijd te indiceren. Dit onderzoek heeft twee doelen. Allereerst zicht krijgen op de verschillen tussen de kinderen geïndiceerd voor de leeftijd van 2,5 jaar en na de leeftijd van 2,5 jaar. Ten tweede het inventariseren van signalen voor de leeftijd van 2,5 jaar bij de kinderen verwezen na de leeftijd van 2,5 jaar.

Methode
Dit onderzoek is een beschrijvend kwantitatief retrospectief dossieronderzoek. De populatie bestaat uit 252 peuters die in 2017 door de JGZ zijn geïndiceerd voor VVE in de gemeente Helmond. Uit het digitale kinddossier zijn verschillende kenmerken verzameld over kind, ouders, VVE en ontwikkeling. Door middel van de chikwadraattoets is gekeken naar verschillen in kenmerken in de groep geïndiceerd voor de 2,5 jaar en de groep geïndiceerd na de 2,5 jaar.

Resultaten
Van de 252 geïndiceerde kinderen zijn er 142 (56%) voor en 110 (44%) na de leeftijd van 2,5 jaar geïndiceerd. De gemiddelde leeftijd bij verwijzing is 2,5 jaar. Kinderen geïndiceerd voor de 2,5 jaar hebben t.o.v. kinderen, die na de 2,5 jaar geïndiceerd worden vaker een indicatie voor taal-spraakontwikkeling [x2(1)= 13,5] p≤ 0,05, zijn vaker meertalig [x2(1)= 6,8] p≤ 0,01, hebben vaker een laag opgeleide moeder [x2(1)= 4,2] p≤ 0,05, scoren vaker een min bij het Van Wiechenkenmerk ‘zegt tweewoordzinnen’ bij 2 jaar [x2(1)= 5,6] p≤ 0,05 en hebben minder vaak een indicatie voor sociaal emotionele ontwikkeling [x2(1)= 37,8] p≤ 0,01. In de groep kinderen verwezen na de leeftijd van 2,5 jaar scoort 23% een min bij het Van Wiechenkenmerk ‘zegt tweewoordzinnen’ bij 2 jaar.

Conclusie
Kinderen geïndiceerd na de leeftijd van 2,5 jaar hebben vaker een indicatie voor sociaal emotionele ontwikkeling. Verder onderzoek naar deze groep kinderen is nodig om te verklaren waarom ze na de leeftijd van 2,5 jaar geïndiceerd zijn. Een negatieve score bij ’tweewoordzinnen’ op 2-jarige leeftijd komt voor bij 23% van de kinderen geïndiceerd na de leeftijd van 2,5 jaar. Alertheid is geboden op een negatieve score bij het Van Wiechenkenmerk ‘zegt tweewoordzinnen’ bij indiceren voor VVE.

Bekijk ook

Gezondheidseffecten en hinder in relatie tot afstand tot de snelweg

PH010

Samenvatting onderzoek

Nederland wordt voller. Hierdoor komen de snelwegen en woonkernen steeds vaker dicht bij elkaar te liggen. Welke gezondheidseffecten heeft dit?...

Diabetes Mellitus Type I op het voortgezet onderwijs: Een interview studie naar ervaringen en zelfzorg 

Michelle Klerks - PH342

Samenvatting onderzoek

Diabetes Mellitus type I (DMI) is een auto-immuunziekte, waarbij insuline producerende cellen door het eigen lichaam vernietigd worden. Deze ziekte...

In gesprek met studenten: implementatieonderzoek naar lessen over bewustzijn van seksueel wangedrag

ALka Stoelinga - Thaku - PH303

Samenvatting onderzoek

Op beroepsopleidingen in Amsterdam werden lessen gegeven over seksueel wangedrag. Tijdens de lessen werd het gedrag van de leerlingen bestudeerd...