Krijg je in je werk als arboprofessional regelmatig Engelssprekende cliënten op je spreekuur? Heb je moeite met de Engelse vertaling van bedrijfsgeneeskundige termen en/of het opstellen van een Engelstalige rapportage? Volg dan deze toepasbare module. Een must voor elke arboprofessional die Engels moet spreken en schrijven!
De module bestaat een e-learning, een online trainingssessie spreekvaardigheid en een online trainingssessie schrijfvaardigheid. Tussen de trainingssessies oefen je het taalgebruik in de eigen praktijk. Na beide bijeenkomsten kun je een jaar lang onbeperkt blijven oefenen met de e-learning.
Met de e-learning kan je je Engels oefenen en verbeteren. Het systeem vertelt je wat je moet herhalen en wanneer. De e-learning past zich volledig aan jouw persoonlijke leerstijl en -snelheid aan: opdrachten waarop je een fout antwoord geeft worden eerder en vaker herhaald dan opdrachten waarop je een juist antwoord geeft.
Je oefent gesprekken met cliënten met behulp van een gespreksmodel. Voor de schrijfvaardigheidstraining ontvang je twee Engelstalige standaardmodellen voor rapportage. De ene variant bevat zo natuurlijk mogelijk taalgebruik, de andere variant bevat taalgebruik dat aansluit op jouw niveau. Je kiest zelf de taal die je wilt en kunt gebruiken. Verder ontvang je standaardzinnen voor in de rapportage.
Het meedoen aan deze workshop leidt er nadrukkelijk niet toe dat je spontane taalgebruik verbetert, sprekend noch schrijvend. Je krijgt wel inzicht in hoe op jouw taalniveau een spreekuur in het Engels beter zou kunnen verlopen.
E-learning, oefenmateriaal, modellen, presentatie en spreek- en schrijfvaardigheid opdrachten wisselen elkaar af.
Bedrijfsartsen, arboverpleegkundigen, praktijkondersteuner bedrijfsarts. Wil jij als arboprofessional deelnemen aan deze module, maar staat jouw specialisme er niet bij? Neem dan contact met ons op.
Het onderwijs wordt verzorgd door een specialist in Engels taal en schrijfvaardigheid. De docent is afkomstig van Ziggurat taaltrainingen.
Je instroomniveau wordt voorafgaand aan de trainingen getoetst. Je kunt aan de hand van het resultaat van deze toets van deelname worden uitgesloten.
Je kunt je inschrijven tot drie weken voorafgaand aan de start van de module. Dit in verband met de toelatingstest en het toesturen van de voorbereidende e-learning. In deze module werken wij samen met onze partner Ziggurat Taaltrainingen.
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.
Een duidelijke foto van (mogelijk) letsel is een essentieel onderdeel van goede verslaglegging. Ondersteunende foto’s kunnen doorslaggevend zijn in het wel of niet melden van een casus bij Veilig Thuis, een verzoek om aanvullend medisch onderzoek en kan het verschil betekenen tussen vrijspraak en veroordeling. Maar een goede foto maken, hoe doe je dat precies?
Wat is er nodig om goede foto’s te maken? Tijdens de ochtend leer je je camera beter kennen, verdiep je je kennis van fototechnieken en krijg je gerichte instructies hoe je op de juiste manier forensische foto’s maakt.
In de middag gaan we de theorie toepassen in de praktijk. Je oefent met het maken van top-teen-foto’s en letselfoto’s op een pop en lotusacteur. Naast de fotografie techniek staat ook het op het gemak stellen van de persoon tijdens het fotograferen centraal.
Presentatie, afgewisseld met oefenopdrachten met een pop en lotus. Beoordelen van elkaars foto’s.
Forensisch artsen, Vertrouwensartsen.
Ben je geen forensisch arts of vertrouwensarts, maar heb je toch belangstelling in deze module? Neem dan contact op.
André van den Bos, docent visualisatie aan de Politieacademie. Voorheen werkzaam als medisch fotograaf en medisch forensisch fotograaf.
Het meebrengen van een eigen spiegelreflex, systeem- of compactcamera evenals het hebben van basiskennis over de werking van de meegebrachte camera is een vereiste voor deelname aan deze module. Fotografeer je voor je werk enkel met een mobiele telefoon, maar heb je wel een camera (of kun je er een lenen)? Dan kun je deze module volgen.
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.
In deze cursus leer je toxicologische begrippen. Die heb je nodig om verder te leren over de toxicologische risicobeoordeling van stoffen. De cursus maakt deel uit van het curriculum voor artsen medische milieukunde en heeft een beginnersniveau.
Om een toxicologische risicobeoordeling te kunnen uitvoeren is het van belang dat je de basisprincipes van de toxicologie en de toxicologische risicobeoordeling leert toepassen. Begrippen die in de module aan de orde komen zijn toxiciteit (hazard/risk), blootstellingsbeoordeling, dosis–respons relatie met en zonder drempelwaarde, toxicokinetiek (opname, verdeling, metabolisme en uitscheiding) en toxicodynamiek.
E-learning, hoorcollege, werkcollege met opdrachten aan de hand van casuitiek.
Adviseurs en artsen die in hun werk te maken hebben met het schatten van gezondheidsrisico’s voor omwonenden van blootstelling aan toxische stoffen.
Deze cursus is voor beginners.
Er is voorafgaande aan de cursus geen voorbereiding nodig.
Er wordt gewerkt met de e-learning ToxTutor.
Daarnaast is het handboek Toxicologie geschikt om door te nemen en als naslagwerk: Laura Robinson: A practical guide to toxicology and human health risk assessment (H1 t/m H5)
Als alternatief kun je ook gebruiken Klaassen & Watkins: Casarett & Doull’s Essentials of toxicology (H2, H3, H5, H7)
Het is de bedoeling dat je dit boek zelf aanschaft of leent voor bestuderen.
Je kunt alleen aan de toets deelnemen als je aanwezig bent geweest bij alle onderwijsonderdelen.
De toetsstof bestaat uit de secties 1 t/m 4, 6 en 9 t/m 13 van de e-learning ToxTutor met de titels:
Score in evaluatie: in 2023 waardeerden deelnemers een eerdere uitvoering van deze module met een 8,0.
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.
In hoeverre is binnenlucht een risico voor de gezondheid? En hoe beoordeel je dat en wat zijn de mogelijkheden voor preventie. Dit onderwijs is een onderdeel van de opleiding arts medische milieukunde (1e fase M+G). Je kunt dit onderwijs volgen als bij- of nascholing.
We brengen een belangrijk deel van ons leven binnen door. Voor de medische milieukunde is het binnenmilieu altijd een aandachtsgebied geweest als bron van een scala aan stoffen vanuit de binnenruimte. Tijdens de COVID-pandemie kwamen ventilatie en het binnenmilieu ook onder de aandacht als mogelijkheid om de verspreiding van het virus en mogelijk andere microben in te perken.
Tijdens dit onderdeel wordt ingegaan op factoren die de kwaliteit van het binnenmilieu beïnvloeden, zowel bouwkundig als wat betreft inrichting en gebruikers, en op mogelijkheden om de kwaliteit van het binnenmilieu te beïnvloeden, vooral door ventilatie.
Presentatie over de achtergrond, gezondheidkundige risico’s en beoordeling van het binnenmilieu; bespreken van casuïstiek.
Na afloop ben je bekend met het binnenmilieu in brede zin en de relevantie voor de gezondheid. Je kent de basisprincipes voor de beoordeling van het binnenmilieu voor de gezondheid in verblijfsruimtes waaronder scholen, kindercentra en woningen. Verder ken je mogelijkheden om het binnenmilieu in gunstige zin te beïnvloeden. Je oefent aan de hand van casuïstiek om in de praktijk het binnenmilieu te beoordelen wat betreft gezondheidsrisico’s en hierover te adviseren aan burgers en gemeentes.
Medewerkers bij de GGD die betrokken zijn bij de beoordeling en advisering ten aanzien van het binnenmilieu. Het niveau van de cursus is beginner.
De heer Dr.ir. R.T. (Rob) van Strien, adviseur milieu en gezondheid, afdeling Leefomgeving, GGD Amsterdam.
Voorbereiding:
Iedere cursist denkt van te voren na over hoe en waar ventilatie/binnenmilieu invloed zou kunnen hebben op voorkomen en verspreiding van infectieziekten.
Ter discussie:
Moravska et al, A paradigm shift to combat indoor respiratory infection, Science 2021: https://www.science.org/doi/10.1126/science.abg2025
Als achtergrondinformatie:
Handboek binnenmilieu 2007, hoofdstuk 2 en 4: https://www.rivm.nl/documenten/handboek-binnenmilieu-2007
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.
Maak jij je ook zorgen om de toekomst van onze planeet? En voel je de urgentie als professional om bij te dragen aan een gezonde leefomgeving? Laat je in één avond online bijscholen bij de NSPOH Avondacademie over Planetary Health.
Als professional in de sociale geneeskunde ben je niet alleen een hoeder van individuele gezondheid, maar ook van de gezondheid van onze planeet. De online avondscholing Planetary Health brengt deze essentiële verbinding tot leven, en biedt handvatten en kennis die nodig zijn om de gezondheid van zowel mensen als de planeet te verbeteren.
Leer hoe klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, vervuiling en andere milieufactoren onze gezondheid beïnvloeden. Ontdek hoe je in de spreekkamer en daarbuiten een cruciale rol speelt, door naast de zorg voor individuele patiënten ook actief bij te dragen aan het voorkomen van milieugerelateerde gezondheidsproblemen. Planetary Health experts Ernst Jurgens en Nora van Gaal gaan met elkaar in gesprek over transdisciplinair samenwerken om complexe planetaire gezondheidsuitdagingen aan te pakken. Schrijf je vandaag nog in voor de NSPOH Avondacademie Planetary Health!
Een rondetafelgesprek tussen Ernst Jurgens, Nora van Gaal en gespreksleider Vera van Rijn. Je wordt actief betrokken bij het onderwijs door middel van een opdracht en je kan vragen stellen via de chat.
Deze uitvoering van de NSPOH Avondacademie is gericht op alle professionals werkzaam in de publieke- en arbeidsgezondheidszorg. De scholing is geschikt voor artsen, verpleegkundigen en andere professionals werkzaam in de sociale geneeskunde. De diversiteit aan professionals zien wij als meerwaarde zodat we vanuit verschillende disciplines inzicht krijgen in dilemma’s die direct of indirect te maken hebben met Planetary Health, en die veel verder voeren dan de spreekkamer. Je hebt elkaar nodig!
HBO werk- en denkniveau.
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.
Jaarlijks worden circa 650 tuchtklachten over artsen ingediend bij de regionale tuchtcolleges. Ben je benieuwd naar het tuchtrecht, de bijbehorende procedure en vooral wat je kunt doen om een tuchtzaak te voorkomen? Schrijf je dan in voor deze module Leren van tuchtzaken voor de bedrijfsarts!
Het tuchtrecht in Nederland is bedoeld om de kwaliteit van gezondheidszorg te bewaken én te verbeteren. Dat stimuleert het tuchtcollege door casuïstiek te delen. Tijdens deze interactieve middag wordt uitleg gegeven over het tuchtrecht voor artsen in zijn algemeenheid, de bijbehorende procedure en wat je kunt doen om een tuchtzaak te voorkomen. Vervolgens gaan we dieper in op enkele tuchtzaken en wat je als bedrijfsarts of arts in opleiding tot bedrijfsarts kunt leren van deze zaken op vlak van:
Bedrijfsartsen.
Erwin Gorissen is sinds 2002 werkzaam in de bedrijfsgezondheidszorg in de regio Amsterdam en in 2010 behaalde hij zijn titel als bedrijfsarts. In de jaren daarna is hij gestart met supervisie van anios en taakgedelegeerden en sinds 2017 is hij ook opleider van aios. Als lid van de commissie Wet-& Regelgeving (CWR) van de NVAB heeft hij actief deelgenomen aan het actualiseren van het standpunt ‘Delegatie van taken’ (2018), waar in 2020 het hoofdstuk ‘Supervisie’ aan toegevoegd is. Erwin is mede-eigenaar van Dignus Arbo, inmiddels heeft hij een bachelor rechten afgerond en sinds 2022 is hij bestuurslid van de NVAB.
Je bent geregistreerd als bedrijfsarts (of in opleiding daartoe).
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.
Ben jij gecertificeerd visusinstructeur? Wil je je kennis met betrekking tot visus(onderzoek) verdiepen? En wil je ervaringen en best practices uitwisselen met andere visusinstructeurs? Kom dan naar de terugkomdagen voor visusinstructeurs. Het programma wisselt jaarlijks. Ook is het mogelijk om op te gaan voor hercertificering. Je moet drie terugkomdagen volgen om in aanmerking te komen voor herregistratie als visusinstructeur.
Elke terugkomdag heeft een ander programma. Inhoudelijke onderwerpen worden afgewisseld met leren van en met elkaar. Het uitwisselen van ervaringen vormt een vast onderdeel van de terugkomdagen. Ook bestaat de mogelijkheid om te hercertificeren.
Wil jij een onderwerp of vraagstuk graag terugzien tijdens een terugkomdag? Neem dan contact op met Tamara van Keulen, t.vankeulen@nspoh.nl.
In 2024 worden twee terugkomdagen georganiseerd op:
Het programma op woensdag 26 juni 2024 is als volgt:
N.B. De terugkomdag van 26 juni heeft dezelfde inhoud als de terugkomdag die op 13 september 2023 heeft plaatsgevonden.
Het programma van woensdag 2 oktober 2024 is als volgt:
NCJ gecertificeerde visusinstructeurs.
Wil je opgaan voor hercertificering neem dan contact op met Woro Smelik, w.smelik@nspoh.nl.
Het hercertificeringsmoment vindt plaats in de middag van een terugkomdag. Je geeft elkaar feedback op de meegebrachte videobeelden. Het minimumaantal deelnemers voor hercertificering is 2. Deelnemers die niet hercertificeren volgen een alternatief programma in de middag.
De voorwaarden voor hercertificering zijn:
*Volgens de huidige eisen: 30 KPB’s en 2 groepstrainingen.
Je neemt minimaal twee video-opnamen mee naar de Terugkomdag. Het is van belang dat zowel het onderzoek bij kinderen onder als boven de 36 maanden in de video’s aan bod komt. Dus video 1 gaat bijvoorbeeld over het onderzoek onder de 36 maanden en video 2 over het onderzoek boven de 36 maanden.
Een video duurt maximaal 3 (!) minuten. Meer informatie over waar de video’s aan moeten voldoen, vind je na aanmelding in de studiehandleiding.
Je bent gecertificeerd visusinstructeur.
Voor deze scholing vragen wij niet standaard accreditatie aan bij het verpleegkundig specialisten register (VSR). Neem je als verpleegkundig specialist wel deel aan deze module, neem dan vooraf (minimaal 6 weken) even contact met ons op.
Score in evaluatie: in 2023 waardeerden deelnemers een eerdere uitvoering van deze module met een 8,6.
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.
Arboprofessionals hebben regelmatig moeite om te beoordelen wanneer en in hoeverre werknemers met aanhoudende lichamelijke klachten (ALK) tijdens verzuim weer aan het werk kunnen. Werk jij als bedrijfsarts, verzekeringsarts of arboverpleegkundige en merk jij dat je hier soms ook tegenaan loopt? Wil je leren hoe je deze problematiek het best kunt benaderen? Wil je daarnaast oefenen in het geven van professionele begeleiding en handvatten voor het opstellen van een gerichte beoordeling? Volg dan deze module.
Je kunt deze module volgen als bij- of nascholing. Een incompany uitvoering is ook mogelijk.
Voorheen werd de term Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) veel gebruikt, maar deze term is vervangen door ALK. ALK is een breder begrip. Waar bij SOLK er vooral werd gefocust op het somatisch onvoldoende verklaard zijn van de lichamelijke klachten, gaat het bij ALK om klachten in zowel de context van een (adequaat behandelde) ziekte als klachten in de afwezigheid van een bekende ziekte. Bij al deze aanhoudende lichamelijke klachten kunnen zowel biologische, psychologische als sociale factoren een rol spelen. ALK kan gepaard gaan met veel beperkingen en verzuim. Bedrijfsarts Rob Hoedeman heeft in zijn promotieonderzoek becijferd dat 15% van alle werknemers die verzuimen, gebukt gaat onder ernstige langdurige aanhoudende lichamelijke klachten. . Veel arboprofessionals hebben er dan ook mee te maken.
In de literatuur wordt beschreven dat er vaak veel onduidelijkheid ontstaat over de re-integratie naar werk. Dit komt doordat verschillende professionals aangeven moeite te hebben in het geven van gerichte adviezen in het kader van de re-integratie en ze vaak ook onderling niet op een lijn zitten omtrent hun adviezen hierover. Machteloosheid en ergernis worden dan ook gezien als de meest voorkomende reacties bij professionals die te maken krijgen met de re-integratie van zieke werknemers met ALK. Maar is een gevoel van machteloosheid terecht? Of zijn er toch goede mogelijkheden om deze mensen te begeleiden?
Tijdens de module bespreken we behandelings- en begeleidingsmogelijkheden in de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundige praktijk: actief, systematisch of proces- dan wel tijdcontingent. Daarnaast zullen we dieper ingaan op het aanpakken van het beoordelen van de arbeids(on)geschiktheid van werknemers met ALK. Het accent ligt op het eigen maken van praktische handvatten. Vragen die aan bod komen zijn:
Het onderwijsprogramma is interactief. We wisselen presentaties af met discussies en casuïstiekbespreking. Daarnaast oefenen we met gesprekstechnieken aan de hand van het SCEGS-model.
Deze module werd voorheen aangeboden onder de titel ‘SOLK en somatoforme stoornissen’.
Het onderwijs wordt verzorgd door de volgende docenten:
Bedrijfsartsen, verzekeringsartsen en arboverpleegkundigen die in hun werk te maken hebben met ALK problematiek.
Universitair of hbo-werk- en -denkniveau.
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.
De terugkomdag volg je om je kennis over motorische en neurologische ontwikkeling te verdiepen. De dag begint met achtergrondinformatie over de motorische en neurologische ontwikkeling van het jonge kind. Daarna bespreken we met elkaar het ‘waarom we doen wat we doen en de betekenis daarvan voor ons handelen’. Als Baecke-Fassaert Motoriektest-instructeur kan het lastig zijn te verklaren waarom je bepaalde handelingen met de BFMT uitvoert. Daarom hebben we tijdens deze terugkomdag ook aandacht voor het narratief dat je vertelt aan ouders wanneer je de test afneemt. In de middag behandelen we de doorloop van het Van Wiechen naar de BFMT.
Er is vaak aandacht voor de uitvoering en scoring, maar wat onderzoek je nu eigenlijk met al die tests van de BFMT? Ook het interpreteren van de tests en de BFMT in z’n geheel kan een uitdaging zijn. Zeker omdat de ‘normaalwaarden’ inmiddels misschien wel verouderd zijn, en hoe kan / moet je daar dan rekening mee houden? Het zijn allemaal vragen waar je als JGZ-professional tegenaan kan lopen wanneer je de BFMT regelmatig uitvoert.
We merken dat de BFMT steeds vaker geen vast onderdeel meer uitmaakt van de daarvoor bedoelde contactmomenten, of dat deze contactmomenten helemaal niet meer plaatsvinden. Met deze terugkomdag willen we jullie als JGZ-professionals meenemen in het belang van de BFMT bij het volgen van de motorische ontwikkeling en het signaleren van afwijkingen in de motorische ontwikkeling van een kind.
In de ochtend is er aandacht voor theorie en verdieping middels achtergrondinformatie over motorische en neurologische ontwikkeling. Ook laten we zien hoe een vervolgtraject bij Developmental Coordination Disorder (DCD) eruit ziet. En waar kinderen met DCD tegenaan lopen. Er wordt dieper ingegaan op het nut van het doen van een neurologische
onderzoek bij kinderen met een motorische hulpvraag.
De middag staat in het teken van de praktijk. Je gaat met elkaar aan de slag door onder andere praktijkvoorbeelden te bespreken aan de hand van ingestuurde filmpjes van afname test BFMT. Daarnaast wordt er uitgebreid stil gestaan bij het verband leggen tussen de uitkomsten van het Van Wiechenonderzoek en de BFMT. Hoe heeft het kind gescoord op het Van Wiechen en hoe kan je die uitkomsten interpreteren in de lijn van de BFMT en de toekomstige motorische en neurologische ontwikkeling? Vervolgens: hoe verhouden de uitkomsten uit het Van Wiechenonderzoek zich tot de uitkomst van de BFMT, en wat zegt dat over de ontwikkeling van het kind en wat ons te doen staat?
Deze scholing is geschikt voor jeugdartsen, verpleegkundig specialisten en jeugdverpleegkundigen die de BFMT uitvoeren. Het is belangrijk dat je voorkennis hebt van de BFMT gezien dit een verdiepende scholing is.
Het onderwijs wordt verzorgd door:
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.
Hoe praat je met kinderen met overgewicht en hun ouders over gewicht en leefstijl? Dit is zeker geen makkelijk onderwerp in de spreekkamer. In deze module Overgewicht en leefstijl in de spreekkamer van de JGZ leer je hoe je je comfortabeler en competenter kunt voelen in zo’n gesprek.
De helft van de Nederlandse bevolking heeft overgewicht, een deel hiervan ontstaat al in de kindertijd. Er wordt in Nederland steeds meer aandacht besteed aan de ondersteuning en zorg voor kinderen met overgewicht en obesitas. Onder andere middels de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht, een programma van JOGG waarin een grote rol is weggelegd voor de centrale zorgverlener. De centrale zorgverlener begeleid kind en gezin en coördineert de samenwerking tussen alle verschillende professionals en zorg voor de samenhang van de aanpak. Deze rol wordt momenteel in de praktijk vaak vervuld door JGZ-professionals (veelal jeugdverpleegkundigen). Overgewicht of obesitas is aanleiding om in gesprek te gaan. Vanuit daar wordt gekeken naar achterliggende oorzaken, de huidige situatie en ondersteuning van kind en gezin. De ambitie van de overheid is dat in 2030 elke gemeente werkt aan de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht.
Tijdens deze module worden diverse onderwerpen behandeld over overgewicht bij kinderen.
We belichten allereerst de complexiteit van overgewicht en obesitas en de onderliggende factoren die mogelijk een rol kunnen spelen bij het ontstaan en in standhouden van overgewicht. Zowel vanuit biomedisch, psychisch, sociaal (inclusief de omgeving waarin we leven) en leefstijlperspectief. Belangrijk is om hierbij te leren kijken met een brede blik, want vaak spelen er meer problemen in het gezin.
Vervolgens raken we bekend met de ‘Richtlijn overgewicht en obesitas bij kinderen (2022)’. Een cruciaal aspect waarbij we uitgebreid stil staan, is de invloed van onze (onbewuste) vooroordelen en stigma’s en vooroordelen op het verlenen van zorg. Overgewicht en obesitas zijn gevoelige onderwerpen die gepaard kunnen gaan met schaamte, schuld of weerstand van kind en ouder(s). Gezien de complexiteit en sensitiviteit van het onderwerp is het aanleren van de juiste gespreksvaardigheden van essentieel belang voor het voeren van deze gesprekken. Je krijgt inzichten, praktische tools en ruimschoots de gelegenheid om ze te oefenen.
In deze scholing verkrijg je theoretische inzichten (op basis van wetenschappelijk onderzoek en ervaringen uit de praktijk), werken we met casuïstiek en krijg je praktische handvatten voor gespreksvoering, waarmee je uitgebreid oefent.
Jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, huisartsen.
Dr. Leandra Koetsier, gezondheidswetenschapper.
Datum | Starttijd | Eindtijd | Onderwerp | Locatie |
---|
Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.