Ga naar de inhoud

Associaties tussen actief bewegen als peuter en de motorische vaardigheden als kleuter 

Over dit artikel

De Motor&Moves@5studie richt zich op de motorische ontwikkeling van jonge kinderen. In Nederland nemen de motorische vaardigheden van basisschoolleerlingen af. Onder andere snelheid, kracht, uithoudingsvermogen en lenigheid verminderen. In tien jaar tijd is er een afname van zes van de zeven fundamentele motorische vaardigheden zichtbaar. Dit leidt tot minder plezier en zelfvertrouwen tijdens sporten en bewegen, terwijl motorische vaardigheden van essentieel belang zijn voor (levenslange) fysieke activiteit.

Samenvatting

Inleiding:
Nederlandse kinderen bewegen te weinig en hun motorische ontwikkeling gaat achteruit. Dit heeft gevolgen voor hun gezondheid en welbevinden. Doel van dit onderzoek is het vaststellen welke specifieke beweegactiviteiten als peuter geassocieerd zijn met de motorische vaardigheden op kleuterleeftijd, aangezien deze associaties onduidelijk zijn.

Methode:
Er werd kwantitatief, cross-sectioneel onderzoek bij kinderen van 5-6 jaar uitgevoerd. Gegevens over beweegactiviteiten werden verkregen via een online oudervragenlijst, gekoppeld aan uitkomsten op de Baecke-Fassaert Motoriek Test (BFMT), op drie domeinen: algemene motoriek en kwaliteit van de grove en fijne motoriek. Beschrijvende statistiek en logistische regressieanalyse zijn toegepast. Confounders betroffen kinderfysiotherapie, opleidingsniveau ouders en zwangerschapsduur.

Resultaten:
In totaal werden 159 deelnemers meegenomen. Vaker spelen met constructiespeelgoed als peuter hing samen met een hogere algemene BFMT-score (p=0,008). Tekenen als peuter toonde een positieve associatie met de kwaliteit van de grove motoriek (p=0,018). Andere analyses leverden geen significante associaties op.

Conclusie:
Spelen met constructiespeelgoed en tekenen als peuter hebben een potentieel positieve associatie met motorische vaardigheden als kleuter. Vanwege het gebrek aan andere significante associaties en de kleine steekproefgrootte kunnen geen sterke adviezen voor de praktijk worden gegeven. Prospectief cohortonderzoek is nodig om de associaties nader te onderzoeken en specifieke beweegadviezen te ontwikkelen.

Bekijk ook

De omvang van sedentair gedrag onder bedrijfsartsen

Hannah Hondema - OH350

Wetenschappelijk conceptartikel

Sedentair gedrag wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten en vroegtijdig overlijden. Hoewel...

Opvattingen over vapen en roken onder Nederlandse jongeren kwantitatief in kaart gebracht

Koen Kors-Wichers – PH335

Wetenschappelijk conceptartikel

Het gebruik van e-sigaretten is aan een opmars bezig, ook onder jongeren. Het werd geïntroduceerd als ‘minder schadelijk’ alternatief of...

Klachten: part of the job?!

Lisa van Heusden - OH339

Wetenschappelijk conceptartikel

Impact van niet-tuchtrechtelijke klachten op mentaal welbevinden en professioneel handelen van (verzekerings)artsen bij UWV Het is bekend dat een tuchtklacht...