Ontlasting kleurenkaart redt levens en voorkomt leverfalen bij gele baby’s
Het tijdig herkennen van een afwijkende poepkleur bij baby’s kan een levertransplantatie voorkomen en zelfs levens redden. De ontlasting kleurenkaart blijkt daarbij een effectief hulpmiddel—maar wordt in de praktijk nog te weinig gebruikt. Dat blijkt uit onderzoek van Lidewij Warris, uitgevoerd tijdens haar opleiding Maatschappij + Gezondheid tweede fase bij NSPOH. Zij onderzocht hoe de kaart beter ingebed kan worden in de jeugdgezondheidszorg (JGZ), en ontdekte dat veel professionals nog onvoldoende bekend zijn met de ‘gele baby’. “Daar is nog veel winst te behalen,” stelt Warris.

Jaarlijks worden ongeveer tien baby’s in Nederland geboren met galgangatresie: een ernstige aandoening waarbij de galwegen ontbreken of verstopt zijn. Hierdoor kan gal de lever niet verlaten, wat leidt tot leverfalen en geelzucht. Bij de helft van deze baby’s wordt de diagnose pas in een laat stadium gesteld, vertelt Warris. “Met een relatief eenvoudige aanpassing in de werkwijze kunnen deze baby’s veel eerder worden opgespoord en behandeld.” De kleurenkaart, die in andere landen al succesvol is ingevoerd, bleek in deze landen effectief in vroegere opsporing van galgangatresie. “De kaart ís er al—nu moet hij nog landelijk door professionals en ouders worden gebruikt.”
Waarom de ernst vaak niet wordt herkend
Ongeveer 60 procent van de pasgeboren baby’s wordt geel in de eerste levensweek. In de meeste gevallen is dat onschuldig en verdwijnt het vanzelf. Maar wanneer geelzucht wordt veroorzaakt door galgangatresie, ontstaat een gevaarlijke situatie: gal kan de lever niet verlaten, waardoor deze steeds verder beschadigd raakt. De lever verliest dan zijn vermogen om afvalstoffen te zuiveren. Als de schade te groot is, blijft er vaak maar één optie over: een levertransplantatie—een zware ingreep, zeker voor een baby’tje.
In de praktijk leeft het idee dat baby’s met galgangatresie er ernstig ziek uitzien, maar dat is lang niet altijd het geval, ontdekte Warris tijdens haar gesprekken met professionals. “Op het consultatiebureau zien ze soms een gele baby die goed drinkt en goed groeit. Dan gaan er geen alarmbellen af en wordt er soms afgeweken van de richtlijn die aangeeft bloedonderzoek te doen bij een baby die op de leeftijd van drie weken nog geel ziet,” legt ze uit.
Op het consultatiebureau zien ze soms een gele baby die goed drinkt en goed groeit. Dan gaan er geen alarmbellen af.
Het geelzien wordt dan vaak toegeschreven aan borstvoeding — de meest voorkomende oorzaak van geelzucht bij baby’s. Juist daarom is het belangrijk dat jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, huisartsen en kinderartsen extra geschoold worden in de symptomen en risico’s van galgangatresie. Zo wordt niet alleen het belang van bloedonderzoek beter herkend, maar ook het gebruik van de ontlastingskleurenkaart gestimuleerd. Ontkleurde ontlasting is namelijk een belangrijk alarmsignaal, dat zou moeten leiden tot aanvullend onderzoek en verwijzing.
Impact op professionals
Hoewel de richtlijnen duidelijk zijn, blijkt uit de praktijk dat het belang van bloedonderzoek in week drie bij een geel blijvende baby nog niet altijd wordt onderkend. Toch groeit de bewustwording. Kinderchirurg en hoogleraar Jan Hulscher ziet in zijn werk de gevolgen van een te late diagnose en zet zich actief in voor het gebruik van de kleurenkaart in delen van Nederland.
Ook in haar onderzoek zag Warris dat professionals die eerder met galgangatresie te maken kregen, het belang van vroege herkenning actief uitdragen binnen hun organisatie. “Jeugdartsen die ooit een baby met galgangatresie hebben gemist, maken het onderwerp actief bespreekbaar binnen hun organisatie. Juist omdat die ervaring veel indruk heeft gemaakt,” vertelt ze.
Meer weten
Voor het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde vertaalde Warris haar inzichten naar een nascholingsartikel met bijbehorende toets voor professionals. Benieuwd naar andere onderzoeken van aios bij NSPOH? Bekijk ze hier.
Het laatste nieuws
